Het lijkt de nieuwste trend op het vlak van oogzorg, maar waarover gaat het precies, waarom al die drukte? Om te begrijpen wat blauw licht precies is, moeten we eerst begrijpen wat licht is, waar het vandaan komt en hoe we het “consumeren”.
Door de evolutie heen werd de mens op een gemiddelde dag blootgesteld aan ongeveer 12 uur licht en 12 uur duisternis, en onze hersenen zijn hieraan gewend geraakt. Historisch gezien kregen we deze “lichtinput” overdag en de grootste lichtbron was daarbij de zon.
Zoals we allemaal weten, is de energie en de intensiteit van de zon erg sterk. Denk maar aan onze tapijten en gordijnen die verbleken wanneer ze voortdurend aan de zon worden blootgesteld, of aan de rode, verbrande huid die de meeste van ons krijgen tijdens de zomervakantie!
Dit licht wordt gewoonlijk UV-licht genoemd, en we onderscheiden hierin 3 soorten – UVC (100-279nm), UVB (280-315nm) en UVA (315-380nm). Aangezien al het UVC-licht en het meeste UVB-licht wordt tegengehouden door de ozonlaag, moeten we ons het meeste zorgen maken om het UVA-licht. UV-licht beschadigt niet alleen onze huid, maar heeft ook een impact op onze ogen, en de aandoening die het vaakst voorkomt wanneer we onze ogen onvoldoende tegen dit schadelijke licht beschermen, is cataract.
De meeste mensen weten dit niet, maar de hoeveelheid licht waaraan we worden blootgesteld (en het risico op te hoge blootstelling) varieert heel sterk van dag tot dag. De meest bepalende factoren voor deze variaties, zijn: being:
- De tijd van het jaar, met grote verschillen tussen hartje winter en hartje zomer
- De stand van de zon; het meeste UV-licht raakt de grond gewoonlijk in de late voormiddag of vroege namiddag
- De ondergrond waarop we staan; verschillende oppervlakken reflecteren licht met een verschillende intensiteit. Gras reflecteert het minst (slechts 3% van het licht wordt weerkaatst van de grond), verse witte sneeuw het meest (80% van het licht wordt gereflecteerd).
- Hoogte – hoe hoger u zich bevindt, hoe hoger de blootstelling aan licht (elke 1000 m = 10% meer blootstelling)
- • Wolken – hoe dichter het wolkendek, hoe moeilijker het licht erdoorheen kan Noord-Europa
Al deze elementen helpen ons om een eerste inzicht te krijgen in hoe het licht zich gedraagt. De hoeveelheid licht alsook de “hoek” waaronder dit licht invalt op onze ogen, beïnvloeden allebei de blootstelling. Het is met andere woorden belangrijk dat we onze ogen beschermen, zeker in situaties waarin er een groot risico is op te hoge blootstelling aan UV-licht.
En dan is er het blauwe licht, dat kan worden onderverdeeld in “blauwviolet” en “groenblauw” of turkoois licht. Deze 2 golflengten van het lichtspectrum zijn directe buren van het UV-licht. Blauwviolet licht (380 nm – 450 nm) wordt algemeen beschouwd als schadelijk (heeft nog steeds een hoge energie en intensiteit) terwijl groenblauw of turkoois licht (451 nm – 495 nm) bepaalde weldadige eigenschappen heeft. Zo regelt het mede ons “circadiaanse ritme” – de cyclus die onze slaap-waakbehoefte regelt – en verbetert het bepaalde cognitieve functies.
Welke impact een te hoge blootstelling aan fototoxisch blauwviolet licht heeft op lange termijn, is nog onvoldoende bekend; het klinisch bewijs is tot nu toe beperkt gebleven tot enkele retrospectieve epidemiologische studies. In vitro en in vivo studies hebben echter duidelijk pre-klinisch bewijs geleverd dat oculair blauw licht schadelijk is. Er werd aangetoond dat A2E, een lichtgevoelige fluorofoor van het afvalproduct lipofuscine in retinaal pigmentepitheel (RPE) cellen verantwoordelijk is voor de fototoxiciteit die door blauw licht wordt opgewekt. A2E wordt geëxciteerd door blauw licht en genereert soorten reactief zuurstof, waardoor RPE-cellen afsterven en er uiteindelijke fotochemische schade optreedt. Er zijn ook aanwijzingen dat een te hoge blootstelling aan blauwviolet licht een van de factoren is die bijdraagt tot leeftijdsgebonden maculadegeneratie.
Bij het beheersen van onze blootstelling aan blauw licht is het met andere woorden belangrijk dat we blauwviolet zoveel mogelijk beperken en groenblauw maximaliseren. “Waarom nu” vraagt u zich misschien af? Wat het zonlicht betreft, nemen wij blauw licht op exact dezelfde manier op als UV-licht. Maar we nemen dit licht al miljoenen jaren op… Wat is er dan veranderd dat het risico op te hoge blootstelling vandaag groter is?
Het eenvoudige antwoord schuilt in 2 essentiële verschillen tussen onze levens en die van onze voorouders. Het eerste verschil is de ontwikkeling van de verlichtingstechnologie met een evolutie naar kunstmatige, energiezuinige lampen die veel blauw licht uitstralen vergeleken met de traditionele gloeilampen. En we worden de hele dag door onafgebroken geconfronteerd met dit fenomeen – keukens, badkamers, lounges, kantoren en werkplekken… ramingen gaan er bovendien vanuit dat deze lampen tegen 2020 90% van alle kunstverlichting in de wereld zullen uitmaken.
Daarnaast is er de bijkomende invloed van ons voortdurende gebruik van digitale toestellen – kortom, we kunnen niet ontsnappen aan blauw licht.
Het tweede verschil is dat we tegenwoordig op elk moment van de dag toegang hebben tot licht, veel meer dan vroeger – bijvoorbeeld ‘s avonds laat. In het begin van dit artikel hadden we het over de 12 uur daglicht en 12 uur duisternis die in de geschiedenis altijd gebruikelijk zijn geweest, maar nu worden we ook nog lang nadat de zon is ondergegaan aan blauw licht blootgesteld, zeker door alle moderne digitale toestellen in ons leven. En als we daarnaast weten dat onze levensverwachting voortdurend toeneemt, kunnen we gerust stellen dat onze blootstelling aan blauw licht groter is dan ooit tevoren.
Wat kunnen we daaraan doen?
Hoewel het onderzoek nog maar in de kinderschoenen staat mogen we op basis van het voorlopige bewijs voorzichtig stellen dat we de hoeveelheid blauwviolet licht waaraan we worden blootgesteld tot een minimum moeten beperken, net zoals we dat doen voor UV-licht. Gezien het toenemende belang van kunstverlichting dat rijk is aan blauw licht en de digitale toestellen waardoor we in ons persoonlijke en professionele leven worden omringd, lijkt het weinig realistisch dat we onze blootstelling aan blauw licht sterk kunnen terugdringen.
Daar waar fabrikanten van brillenglazen een aantal jaren geleden begonnen te innoveren op dit vlak bestond er tot op heden nog geen oplossing voor contactlenzen. Daarin is nu verandering gekomen met de lancering van Blu:gen door mark’ennovy, een silicone hydrogel contactlens met zowel een selectiev blauw-lichtfilter als een Klasse 1 UV-filter – een wereldprimeur! Blu:gen filtert ten minste 14% van het blauwe licht, 93% UVA-, en 99% UVB-licht. Bovendien biedt Blu:gen een unieke combinatie van parameters en geometrieën, zodat deze lens geschikt is voor nagenoeg alle ogen, ongeacht hun vorm of afmetingen, en dus een perfecte pasvorm heeft voor elke klantklant. Bovendien is er een speciale verpakking voor kinderen die elk seizoen verandert!
Meer informatie over Blu:gen en onze volledige productcatalogus vindt u hier
REFERENTIES
- Sasaki H, Sakamoto Y, Schnider C et al (2011) UV-B exposure to the eye depending on solar. Eye & Contact Lens 37 (4): 191-5
- www.who.int/uv: World Health Organisation UV Project